Op de vraag waarom goede doelen juist nu steun verdienen, antwoordt directeur Harmienke Kloeze van goede doelentoezichthouder CBF: “Je ziet dat ze juist in deze moeilijke tijd hebben aangetoond dat ze heel goed werk doen en onze samenleving beter maken. Veel goede doelen hebben te maken gehad met inkomstenverlies, zodat je als donateur nú het verschil maakt.”
Veerkracht
Het CBF heeft samen met de Radboud Universiteit periodiek onderzoek laten uitvoeren naar het effect van de coronapandemie. Het blijkt dat vooral de kleinere goede doelen het moeilijk hebben gehad en inkomstenverlies kenden, vertelt Harmienke Kloeze. “Juist de kleinere goede doelen zijn afhankelijk van fondsenwerfevenementen en sponsoring van bedrijven. Doordat het mkb het zelf ook moeilijk had, liep dat terug.” Grotere goede doelen hebben een grotere variëteit aan inkomstenbronnen, constateert ze, en konden het niet doorgaan van collectes opvangen via online en nieuwsbriefacties. “De vaste donateurs zijn trouw gebleven en bij een aantal organisaties is het aantal donateurs zelfs enorm gegroeid.”
De goede doelen hebben veerkracht en innovatiekracht betoond, vertelt Kloeze. Als voorbeeld noemt ze ontwikkelingssamenwerking. “Die zijn vrijwel meteen overgestapt naar online en hebben lokale partnerorganisaties meer verantwoordelijkheid gegeven.” Tegelijkertijd betekende COVID-19 voor sommige maatschappelijke doelen ook echt stilstand. Als voorbeeld haalt ze Stichting Plons aan, die watersportactiviteiten verzorgt voor mensen met een beperking. “Dat kun je niet zo snel online voortzetten.”
CBF-Erkenning
Bij het CBF zijn 650 Erkende Goede Doelenorganisaties aangesloten. Bij de start van de CBF-Erkenning waren het er ongeveer 340. Bijna wekelijks melden organisaties zich aan voor de Erkenning, het keurmerk voor goede doelen. CBF hanteert voor het Keurmerk kwaliteitscriteria die zijn vastgesteld door een onafhankelijke commissie normstelling. “De Erkenning wordt door goede doelen gezien als iets waar je naar moet streven. De criteria gaan over zaken die een donateur ook belangrijk vindt.” Als organisaties in eerste instantie niet aan alle criteria voldoen, moeten ze binnen een bepaalde periode laten zien dat ze daar alsnog aan voldoen, vertelt Kloeze. “Het is een mooie vorm van zelfregulering. Goede doelen die de Erkenning aanvragen, zien het als een kans om te voldoen aan de normen en te groeien in hun professionalisering. Ze willen vanuit intrinsiek motieven voldoen aan kwaliteit en voelen zich aan hun stand verplicht om aan hun donateurs en vrijwilligers te laten zien dat ze het geld zorgvuldig besteden.”
Als een goed doel tijdelijk minder geld uitgeeft aan de eigen missie, moet deze dat kunnen uitleggen, vertelt Kloeze. Ze noemt Stichting Kika als voorbeeld. “Dat heeft een aantal jaren gespaard om bij te kunnen dragen aan de bouw van het Prinses Maxima ziekenhuis. In die periode hebben ze minder geld uitgegeven. Soms doe je er dus helemaal niet zo slecht aan om te sparen, om zo te zorgen dat je op de langere termijn extra kan bijdragen aan je missie.”
Het CBF-Erkenningspaspoort
Mensen kunnen voor informatie over de ruim 600 goede doelen terecht op de website (www.cbf.nl). Daar vind je ook het CBF-Erkenningspaspoort, waarmee je in één minuut een goed beeld krijgt van de identiteit van het goede doel en waaraan ze hun geld besteden. De website bevat ook een donatietest, waarmee je aan de hand van een paar vragen goede doelen kan vergelijken en kan bepalen welke organisatie het beste bij je past.