De HyET Groep ontwikkelt schaalbare innovatieve technologieën die de doorbraak van duurzame energie kunnen versnellen. Een voorbeeld is de flexibele, lichtgewicht zonnefolie die is ontwikkeld in Nederland. Begin 2023 is de beursgang gepland van HyET Solar. Deze is bedoeld voor de financiering van een 300 megaWatt fabriek waar de zonnefolie van de band moeten rollen.
De zonnefolie kan voor een kwart van de kosten van traditionele zonnepanelen worden geproduceerd. Behalve dat het goedkoop is, is het ook lichtgewicht en flexibel. Hierdoor kunnen de modules wordt toegepast op plaatsen waar glazen zonnepanelen niet kunnen worden geplaatst, zoals daken van distributiecentra of de overkappingen van voetbalstadions,” vertelt HyET-oprichter Rombout Swanborn.
Doorbraakproduct
Een belangrijk pluspunt is dat de fabriek niet afhankelijk is van de import van primaire exotische grondstoffen of halffabrikaten uit China. “De pv-modules worden gefabriceerd met makkelijk verkrijgbare grondstoffen, zoals polimeren en aluminiumfolies.” Hij ziet het als een doorbraakproduct. “Er loopt al een investeringsproject in Arnhem van 50 miljoen euro en daar komt komend jaar dan nog eens 150 tot 200 miljoen euro bij.” Er zijn gesprekken gaande voor licentiefabrieken in de VS, Indonesië en het Midden-Oosten. “We willen direct het momentum pakken.”
De HyET Groep bestaat uit een zevental bedrijven die zich focussen op product- en technologieontwikkeling rondom de energietransitie. “Sterke partners en samenwerking zijn cruciaal. Je moet samen optrekken. Er is veel saamhorigheid. We hebben de maakindustrie nodig om de systemen te bouwen en de technologie op te schalen, zodat we die wereldwijd kunnen uitrollen,” vertelt Maria Fennis. Ze is na een studie scheikunde in 2012 binnengekomen als onderzoeksassistent. Om haar kennis te verdiepen, koos ze voor een master Science en Business Management. Vier jaar geleden kwam ze terug om de rol van Rombout over te nemen als ceo van HyET Hydrogen en co-ceo van HyET Solar.
Onderzoek en ontwikkeling
Naast de productie van goedkoop solar-pv richt de HyET Groep zich op elektrolyse (groene waterstofproductie), het comprimeren en zuiveren van waterstof en en de opslag van duurzame energie met behulp van roll-to-roll solid state batterijen. De activiteiten en technologie karakteriseren zich door drie duidelijke lijnen, vertelt Swanborn: “Onze expertise ligt bij elektrochemie en halfgeleidertechnologie. De productieprocessen maken gebruik van voordelige folieroltechnologie. Nederland heeft een sterke roll-to-roll fabricage-expertise.” De derde eigenschap is de opschaling van fundamentele technologie naar grootschalige processen. Drijvende kracht achter de innovaties is de intensieve samenwerking met universiteiten en onderzoeksinstituten, zoals TNO. “Dat is een van de basisfundamenten van ons businessmodel. We zijn in staat om met meer fundamentele wetenschappers na te denken over de commercialiseerbaarheid van hun vindingen.”
HyET excelleert op strategisch vlak, constateert Fennis. “We zien het complete plaatje wat er gebeurt op het gebied van de energietransitie. Op universiteiten vindt heel veel onderzoek en ontwikkeling plaats. We zijn complementair aan elkaar. Universiteiten en industriepartners hebben elkaar nodig om een product te ontwikkelen en op de markt te zetten. In principe zijn er weinig partijen die het risico willen nemen of de kansen ziet. Wij gaan in gesprek met de vakgroepen, en als we iets zien dat ‘disruptive’ kan zijn en waarvan we een kans zien, gaan we daarmee de markt op. We gaan in gesprek met potentieel strategische klanten om te kijken of ze bereid zijn om in die technologieontwikkeling te investeren. Als we twee partijen vinden is dat voldoende aansporing om een nieuw bedrijf op te zetten om door te pakken.” HyET Solar en HyET Hydrogen zijn inmiddels allebei in de scale-up fase, met rond de 50 medewerkers in dienst. HyET Lithium, HyET E-Trol en HyET NoCarbon zijn in de startup fase. “Daar worden de eerste prototypes ontwikkeld. Bij de HyET Groep werken mensen met een passie voor de natuur en de drive om te innoveren en het verschil te maken. Dat maakt ons succesvol.”
Maakindustrie
Voor het transport van elektriciteit over grote afstanden, in grote hoeveelheden, is waterstof efficiënter dan de transmissie via hoogspanningskabels, vertelt Swanborn. “Om de zonne- en windenergie om te zetten in H2 is elektrolyse nodig. We hebben een tweetal technologieën die de belofte in zich hebben om voordeliger te zijn dan de traditionele elektrolysetechniek.” Een andere tak van de HyET Groep onderzoekt weer technieken om waterstof te mengen met aardgas en het lokaal weer te kunnen scheiden, zodat het via het bestaande leidingennetwerk kan worden getransporteerd en hiermee transportkosten bespaard worden.
De maakindustrie heeft een grotere stem nodig in de energietransitie, meent Fennis. De markt ontwikkelt zich zo snel, dat de subsidieregelingen eerder tegenwerken dan innovatie stimuleren. “Het doel is uiteindelijk om waterstof zo goedkoop mogelijk te transporteren en op de plek te krijgen waar je het nodig hebt. Er zijn genoeg bedrijven die daarin willen investeren. Als je daar als overheid gedetailleerde specificaties aan hangt, dan schrikt dat af. Het financierings- en subsidieframework is nu zo vastgetimmerd dat er voor de bedrijven geen vrijheid is om daarin te bewegen. Bedrijven vragen geen subsidie aan omdat het ze aan banden legt. Ze willen vrijheid houden.” Vaakt duurt het zeker één jaar tussen indiening en erkenning van het project. “Je hebt een team nodig om de projecten te kunnen inschrijven. Grote organisaties rekenen die overhead mee. Kleinere organisaties, zoals HyET, zitten met de voeten in de modder. Voor ons is het een kwestie van doorpakken en kiezen voor een andere route omdat we in het product geloven.” Het gevolg is dat Nederlands subsidiegeld naar het buitenland weglekt, omdat bedrijven het goedkoopste inkopen in plaats van te kiezen voor een innovatieve oplossing in Nederland, constateert HyET E-Trol ceo Ellart de Wit. “In Nederland ligt de focus vooral op het demonstreren van bewezen technologie in de Nederlandse context. De focus is vooral ‘wat kunnen we doen met buitenlandse technologie’ in plaats van ‘welke technologie hebben we in Nederland en hoe brengen we die een stap verder?’.”
Versnellen
“In de landen om ons heen is het contact met de maakindustrie veel groter. Daar gaan ambtenaren langs bij bedrijven om te vragen ‘wat heb je nodig om vooruit te komen?’. Vervolgens leggen ze daar een instrument voor neer,” vertelt De Wit. “Soms wil je geen subsidie hebben, maar een lening om de schaalgrootte te versnellen. In Nederland lopen we achter de feiten aan. Het is reactief in plaats van proactief. Daardoor duurt het vaak te lang.” Nu doen we het met eigen kapitaal en vinden we strategische klanten om projecten in de markt te zetten. Maar het jammer dat we het op die manier moeten doen, terwijl er zoveel geld beschikbaar is voor de energietransitie. Het is niet dankzij, maar meer ondanks dat we zo ver komen. Time-to-market is erg belangrijk bij innovaties. Het zou al helpen als bij het oplijnen van projecten met hulp van risicokapitaal een gedeelte van het risico met subsidies wordt afgedekt.”