Zien, delen, doorgeven. Dat is de missie van de Vereniging Rembrandt. ‘Zeventig tot tachtig procent van wat er in de Nederlandse musea is te zien, is er dankzij particuliere giften.’

Dat we in het Rijksmuseum kunnen genieten van ‘Het Melkmeisje’ hebben we aan onszelf te danken. Of nu ja, aan een groep particulieren die in 1883 de Vereniging Rembrandt oprichtte. ‘Er dreigde nogal wat Nederlandse kunstwerken naar het buitenland te verdwijnen,’ zegt directeur Fusien Bijl de Vroe. ‘In je eentje kun je geen Vermeer kopen, maar als je je met z’n allen verenigt tot één mecenaat dan kun je een museum ondersteunen bij de aankoop. Dan kun je het kunstwerk blijven zien. Delen met anderen én doorgeven aan een volgende generatie.’

Collectie Nederland

Het blikveld van de Vereniging is inmiddels verbreed naar kunst van over de hele wereld (van vóór Christus tot hedendaags modern), het ledental gegroeid tot bijna zeventienduizend, maar het uitgangspunt is nog steeds hetzelfde: onder een bestuur van zeer ervaren deskundigen en experts een gemeenschappelijke bijdrage leveren aan de zogenaamde Collectie Nederland, ofwel: alle Nederlandse kunstmusea. Bijl de Vroe: ‘Zeventig tot tachtig procent van wat er in de Nederlandse musea is te zien, is er dankzij particuliere giften en nalatenschappen.’

Fonds op naam

Als erkend goed doel verricht de Vereniging Rembrandt haar taak op basis van de lidmaatschapsgelden (75 euro per jaar, 28 euro voor jongeren), schenkingen en nalatenschappen. Bijl de Vroe: ‘We geven ook beurzen voor onderzoek. En sinds kort steunen we restauraties van stukken uit depots. Sleeping beauties wakker kussen, noemen we dat.’ Bij grotere schenkingen of nalatenschappen kan een fonds op naam worden opgericht. Bijl de Vroe vertelt over de aankoop van een schilderij van Paul Signac, voor het Van Gogh Museum: ‘Iemand had geld nagelaten aan de Vereniging, ondergebracht in een fonds op naam ter nagedachtenis aan zijn overleden dochter. Daarmee is dat kunstwerk mede betaald. Met de zuster van het overleden meisje hebben we nadien het werk van Signac in het Van Gogh bezocht. Er hangt een bordje naast met de naam van het fonds. Naar zoiets ga je terug, het is een prachtige manier van blijvend bijdragen.’

‘In je eentje kun je geen Vermeer kopen, sámen kan dat wel’    

‘Ponton de la Félicité’ bij Asnières, Claude Monet

Aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar Claude Monet Fonds [thans: Themafonds Impressionisme/Claude Monet Fonds], haar Liesbeth van Dorp Fonds en haar Themafonds 19e-eeuwse schilderkunst), de BankGiro Loterij, het Mondriaan Fonds en de leden van The Yellow House (het vriendennetwerk van het Van Gogh Museum).