“De waterschappen zijn niet alleen van de veilige dijken en schoon water. We vinden ook dat we ons steentje moeten bijdragen om de temperatuursverandering in 2050 te beperken tot anderhalf tot twee graden Celsius,” stelt Dirk-Siert Schoonman, portefeuillehouder energie in het bestuur van de Unie van Waterschappen. Daarom ligt de focus niet alleen bij veiligheid en schoon en voldoende water, maar zetten de waterschappen zich ook in voor duurzame energie en een actief grondstoffenbeleid.

De samenwerkende waterschappen zijn de eerste partij die klimaatverandering ervaren. Denk aan zeespiegelstijging, piekbuien en perioden van droogte. De klimaatveranderingen vragen om miljardeninvesteringen. Hoe groter de temperatuurstijging, des te zwaarder de opgave is. Nietsdoen is geen optie voor de waterschappen. Daarvoor is de begrote schade als gevolg van wateroverlast en droogte te groot, ruim 70 miljard euro tot 2050.  “Water is een grondbeginsel voor Nederland. Daar moeten wij ons land op inrichten,” stelt Dirk-Siert Schoonman, portefeuillehouder energie in het bestuur van de Unie van Waterschappen. “Als het klimaat sterker verandert, onze opgave groter wordt. Vanuit die wetenschap hebben we als de Waterschappen gezamenlijk de conclusie getrokken dat het verstandig is om mee te helpen aan het tegengaan van de klimaatverandering.

Klimaatrobuust

Ondanks alle maatregelen gaat het klimaat veranderen en de temperatuur stijgen, constateert Schoonman. “De essentie achter het Klimaatakkoord is dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet pakken. Zo kijken we als Waterschappen ook naar onszelf. Daar waar we een bijdrage kunnen leveren, zien we ook dat het noodzakelijk is om gezien de opdracht om Nederland klimaatrobuust te maken. Zodat we voorbereid zijn op die klimaatverandering.”

Waterschappen lopen voorop om energieneutraal te worden, door energiebesparing en opwek van duurzame energie. “We hebben gezegd, laten we onze terreinen beschikbaar stellen aan de BV Nederland, om te kijken wat daar in het opwekken van duurzame energie mogelijk is. Een tweede is dat we heel veel uit de zuiveringen halen. We proberen niet alleen water te zuiveren. Nederland wil circulair worden en schoner water. Dat zijn opdrachten waar we zelf al druk mee zijn.” De waterschappen wekken zelf steeds meer energie op, voorbeeld door het plaatsen van zonnepanelen op de eigen terreinen en het terugwinnen van biogas, dat kan worden ingezet ter vervanging van het Groningse aardgas. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de Energiefabriek Tilburg, waarbij het zuiveringsslib wordt omgezet in biogas. “Bijna dertig procent van al het biogas dat in Nederland wordt geproduceerd, komt uit ons eigen afvalwater. “We zijn extreem succesvol in biogas omdat het een prima verdienmodel voor ons is. Onze zuiveringen zijn goedkoper omdat we biogas kunnen afzetten. Daar zit een gezonde businesscase achter.”

Aquathermie      

Een belangrijke duurzame energiebron waar waterschappen actief meewerken aan de ontwikkeling is aquathermie. Waterzuiveringen produceren restwarmte uit vergisting, thermische energie uit afvalwater (TEA). Samen met TEO, thermische energie uit oppervlaktewater, zijn dit twee warmtebronnen die aan woonwijken kunnen worden gekoppeld. Het laatste gebeurt bij aardgasvrije wijken in Katwijk en Drimmelen. “Het zorgt dat de huizen kunnen worden verwarmd met energie van de zuivering en sloten en kanalen. Bij elkaar kan bijna veertig procent van de warmte die nodig is met energie uit oppervlaktewater en afvalwater kan worden geleverd. Om daadwerkelijk te oogsten moeten we nog fors aan de slag. Maar het prettig ervan is dat beide oplossingen geen ruimtelijke impact hebben. Het is niet zichtbaar, anders dan bijvoorbeeld een windmolen van 250 meter hoog.”

Aanleg warmtenet

De waterschappen hebben begin 2017 de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 (Grond-, Weg-, en Waterbouw) ondertekend. De ambitie is dat duurzaamheid in 2020 een integraal onderdeel is in alle infrastructurele projecten. Schoonman benadrukt dat de waterschappen een functionele overheid zijn. “Commerciële activiteiten horen daar in principe niet bij. We heffen belasting voor waterzuivering en waterveiligheid. Er moet een koppeling zijn met onze eigen opdracht. Dat is een afweging die we elke keer opnieuw maken.”

“Het is zoeken naar het juiste, natuurlijke moment om duurzame oplossingen in te passen, vertelt hij. “Het is continue kijken waar de versnelling kan plaatsvinden. Een vervangingsinvestering of onderhoud zijn de momenten waarop Waterschappen kunnen onderzoeken of je, door processen iets anders in te richten, grondstoffen kunt terugwinnen of biogas kan opwekken. Dat is ook het moment dat partners elkaar vinden en vraag en aanbod bij elkaar komen.” De aanleg van een nieuwe wijk is bijvoorbeeld hét moment om een warmtenet aan te leggen. “Dan is het een kleine stap om warmte bij ons af te nemen.” Als voorbeeld noemt hij de nieuwe wijk Zandweerd bij Deventer. “Het is gelukt om daar een samenwerking op te starten waarbij de thermische energie uit afvalwater gebruikt gaat worden.”

Integrale opgave

“Wij als Waterschappen zijn ons er steeds meer van bewust dat we niet alleen een dijk moeten neerleggen of sloot verleggen, maar integraal moeten kijken naar de verschillende opgaven die er in het gebied zijn. Ieder vierkante meter in Nederland wordt benut en naar gekeken. Het gaat erom dat je nadenkt hoe je meerdere functies kunt combineren. Als je met de puzzel bezig bent, is het dan bijvoorbeeld een slimme combinatie om op de plek die je nodig hebt voor waterberging ook zonnepanelen te plaatsen? In het verleden hadden we een stringentere taakopvatting.”

Energieneutraal De waterschappen hebben een ambitieus klimaat- en energiebeleid, gericht op opwek van duurzame energie uit biogas, wind en zon en het verkennen van potentiële energiebronnen zoals aquathermie. In 2025 willen de waterschappen geheel energieneutraal zijn.